Groep 8, sectie 3, waterhonden

Group 8, Section 3, Water Dogs. Without working trial.

1.Oorsprong

 

Spanje

1. Origin

 

Spain.

2.Gebruik

 

Herdershond, jachthond en vissershond alsook gezelschapshond

2. Utilization

 

Used as shepherd dog, hunting dog and assistant to the fisherman.

3.Korte geschiedenis van het ras

 

De aanwezigheid van deze hond op het Iberische schiereiland bestaat sinds het begin Van de tijd en behoort tot dezelfde familie als de oude Barbet. De hoofdpopulatie heeft zijn basis in Andalusie waar hij gebruikt werd als herdershond en hij reeds eeuwen bekent stond als “TURKENHOND”.Zijn uiterlijk, vooral zijn vacht is perfect aangepast aan het veranderlijke weer van de moerasachtige streek (soms nat en soms droog), wat hem kwalificeert als herdershond, als hulp van de vissers en van de jager op waterwild in deze streken.

3. Brief Historical Summary

 

The presence of this dog in the Iberian Peninsula is most ancient. His origin is the same like that of the old « Barbet ». His most dense population is in Andalusia where he is used as a shepherd dog, and where he has been known for centuries as the « Turkish dog ». His characteristics, most particularly the quality of his coat, are adapted to the variation of humidity and drought of the marshy regions, which qualifies him as a shepherd dog and as a helper to the hunters of waterfowl and fishermen in those regions

4.Algemene verschijning

 

Rustieke hond, goed geproportioneerd, dolichocephalic ( lange smalle schedel), met middelmatig gewicht, eerder gestrekte lichaamsbouw, harmonisch gebouwd, aantrekkelijk profiel, Atletisch en goed gespierd te danken aan zijn regelmatige arbeid, profiel is rechtlijnig. Goed ontwikkelde reukzin, oog en gehoor.

4. General Appearance

 

Rustic dog, well proportioned (medium weight), dolichocephalic, of rather elongated harmonious shape and attractive appearance, of an athletic nature with well developed muscles owing to his regular exercise; the profile is rectilinear; his sight, hearing and scent are well developed.

5.Karakter

 

Trouw, gehoorzaam, vrolijk, goede werker, evenwichtig, moedig en zeer verstandig, zeer leergierig dankzij een buitengewoon bevattingsvermogen. Past zich aan elke voorwaarde en situatie aan.

5. Behaviour / Temperament

 

Faithful, obedient, gay, hard working, watchful and well balanced. Learning ability is outstanding owing to his extraordinary mental grasp; he adapts to all situations and conditions.

6.Belangrijke Proporties

 

Lengte van het lichaam/schofthoogte: 9/8

Borstdiepte/schofthoogte: 4/8

Lengte voorsnuit/lengte schedel: 2/3

6. Important Proportions

 

Length of body / size (height at withers) = 9 / 8.

Depth of chest / size (height at withers) = 4 / 8.

Length of muzzle / length of skull = 2 / 3.

7.Hoofd

 

Sterk, elegant gedragen

 

7.1 Schedelstreek

Schedel : Platte schedel, jachtknobbel bij onmerkbaar,

Stop: licht aangeduid

 

7.2 Voorsnuitstreek

Profiel is rechtlijnig

Neus en neusspiegel: goed ontwikkelde neusgaten,

neusspiegel heeft dezelfde kleur of is donkerder dan die van

de vacht.

Lippen: goed aangeduide mondhoek

Tanden: goed gevormd, wit, grote hoektanden.

Ogen: licht schuin en goed uit elkaar geplaatst,

met veel uitdrukking, licht tot kastanje bruin aangepast aan

de vachtkleur. Bindvlies niet zichtbaar

Oren: middelhoog aangezet, driehoekig en hangend

7. Head

 

Strong, carried with elegance

 

7.1 Cranial Region

Skull : Flat with only slightly marked occipital crest.

Axes of skull and muzzle parallel.

Stop : Facial-cranial depression gentle, only slightly marked.

 

7.2 Facial Region

Profile is rectilinear.

Nose : Nostrils well defined. Nose is of the same colour

or slightly darker than the darkest tone of the coat.

Lips : Well fitting; labial corners well defined.

Teeth : Well formed, white, with well developed canines.

Eyes : Slightly oblique position, very expressive; of a hazel

to chestnut colour, should harmonize with the colour of

the coat. The conjunctiva is not apparent.

Ears : Set at medium height, triangular and drooping.

 

8.Hals

 

Kort en goed gespierd, zonder keelhuid. Perfect aan de schouders aangezet

8. Neck

 

Short, well muscled, without dewlap, well set into the shoulders

9.Lichaam

 

Robuust

Bovenbelijning: recht

Schoft: licht aangeduid

Rug: recht en sterk

Borst: breed en diep, ribben goed gewelfd van een diameter die grote ademhalingsmogelijkheid toelaat.

Kroep: licht aflopend

Onderbelijning: buik licht opgetrokken

Staart: middelhoog aangezet, het kouperen dient te gebeuren van de 2de tot de 4de staartwervel. Sommige exemplaren tonen een aangeboren stompstaart.

9. Body

 

Robust.

Topline : Straight.

Withers : Hardly marked.

Back : Straight and powerful.

Croup : Slightly sloping.

Chest : Broad and well let down - ribs well arched; diameter of thorax ample indicating considerable respiratory capacity.

Underline : Belly slightly tucked up.

Tail : Set at medium height. Docking must be done at the height of the 2nd to the 4th caudal vertebra.

Certain subjects show a congenital shortened tail (brachyouria).

10.Ledematen

 

10.1 Voorhand ledematen

Stevig en recht

Schouders: goed gespierd, en schuin aanliggend

Bovenarm: sterk en schuinliggend

Ellebogen: goed aan de borstkas aanliggend en parallel

Onderarm: krachtig en recht

Polsen en voorvoetmidden: recht eerder kort

Voeten: rond en goed aangesloten, nagels in alle kleuren

toegelaten, voetkussens met goed weerstandsvermogen

 

10.2 Achterhanden ledematen

Perfect loodrecht, hoeking niet overdreven en met spieren

die de mogelijkheid hebben om het lichaam bij het lopen

energieke stuwing te geven en de nodige vering voor

gemakkelijke en elegante sprongen te maken.

Bovenbeen: lang en goed ontwikkeld

Onderbeen: goed ontwikkeld

Sprong: goed neergelaten

Achtermiddenvoet: kort, droog en loodrecht op de bodem

Achtervoeten: idem als voorvoeten

10. Limbs

 

10.1 Forequarters

Strong and vertical.

Shoulders : Well muscled and oblique.

Upper arms : Sturdy.

Elbows : Close to the chest and parallel.

Forearms : Straight and sturdy.

Carpus(Pastern joint) and pastern : Straight, rather short.

Front feet : Rounded, toes tight, nails of varied colours;

resistant pads.

 

10.2 Hindquarters

Perfectly vertical with not too pronounced angulations and

muscles capable of transmitting to the body a very

energetic impulsion and the spring necessary for easy and

elegant jumping.

Upper thighs : Long and well muscled.

Second thighs : Well developed.

Hock joint : Well let down.

Hock : Short, lean and perpendicular to the ground.

Hind feet : As the forefeet.

11. Gangwerk

 

Bij voorkeur de draf, de galop is kort en springerig

11. Gait / Movement

 

The preferred gait is the trot.

12. Huid

 

Soepel, fijn en het lichaam goed omsluitend.

Kan kastanjebruin, zwart of gedepigmenteerd zijn, volgens kleur van de vacht, evenals de slijmvliezen.

12. Skin

 

Supple, fine and well adhering to the body. Can be pigmented brown or black, or be without pigment according to the colour of the coat. The same applies to the mucous membranes.

13. Vacht

 

Altijd gekruld en met wollige textuur.

Gegolfd of gekruld indien kort, lang kan het koorden vormen.

Het scheren dient steeds volledig en gelijk te gebeuren, en mag geen esthetisch doel hebben.

De lengte van de showvacht is van 3cm tot 12cm.

13. Coat

 

Always curly and of a woolly texture. Curly when short, can form cords when long. Clipped subjects are admitted; the clipping, always complete and even, must never become an « aesthetic » grooming.

The recommanded maximum length of the hair for shows is 12 cm (15 cm extending the curl) and the minimum is 3 cm to see the quality of the curl.

The puppies always are born with curly hair.

14. Kleur

 

Eenkleurige: Wit, zwart en bruin in verschillende schakeringen

Tweekleurige: Wit-zwart, zwart-wit, bruin-wit en wit-bruin in alle schakeringen, de tweede kleur dient steeds wit te zijn.

Driekleurige exemplaren alsook dalmatiër zijn niet toegelaten.

14. Colour

 

Solid : White, black and chestnut in their different shades.

Bicoloured : White and black or white and brown in their different shades.

Tricoloured subjects, and black and tan as well as hazelnut and tan dogs are not admitted.

15. Grootte en gewicht

 

Schofthoogte: Reuen 44-50cm

Teven 40-46cm

Met een tolerantie van 2 cm omhoog indien de hond harmonisch gebouwd is, en voldoet aan de rest van de standaard.

Gewicht: Reuen 18-22kg

Teven 14-18kg

15.Size and Weight

 

Height at withers : males 44 to 50 cm,

females 40 to 46 cm.

2 cm maximum deviation are admitted in both sexes whenever the subject maintains balance according to his height at withers.

Weight : males 18 - 22 kg,

females 14 - 18 kg

16. Fouten

 

Zware fouten:

zadelrug, Afwijkingen van de loodrechte stelling, lange staart, hangbuik of extreem opgetrokken buik

 

Diskwalificerende fouten:

Onstabiel karakter, ondervoor of bovenvoorbijter, wolfsklauwen, mono- of crytorchiden, rechte beharing, driekleurige, tweekleurige waarvan de tweede kleur

niet wit is, dalmatiër en albinisme

 

Opmerking: De reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben

16. Faults

 

Any departure from the foregoing points should be considered a fault and the seriousness with which the fault should be regarded should be in exact proportion to its degree.

 

Serious Faults

Dorso-lumbar region distinctly saddle-backed.

Limbs incorrect.

Belly let down or excessively tucked up.

 

Eliminating Faults

Inferior or superior prognathism.

Presence of dewclaws.

Smooth or wavy coat.

Albinism.

Spotty or flecked coat, black and tan or chestnut and tan coat.

Lack of balance in character.

Evident timidity or aggressiveness.

 

N.B.: Male animals should have two apparently normal testicles fully descended into the scrotum.